Intieme gesprekken

Waartoe zijn wij op aarde
vroeg de merel aan zijn vrouw
die op een oude tak
naast hem zat

zij draaide haar kopje
schuin omhoog
keek toen guitig naar beneden
maar het bleef stil

waartoe zijn wij op aarde
vroeg de merel
opnieuw aan zijn vrouw
die op een oude tak
naast hem zat

zij draaide haar kopje
langzaam naar beneden
keek toen parmantig omhoog
maar het bleef stil

waartoe zijn wij op aarde
vroeg de merel
voor de derde maal aan zijn vrouw
die op een oude tak
naast hem zat

om te fluiten
floot zijn vrouw
opeens keihard

II

Misschien
zei de merel
tegen zijn vrouw
toen zij hem vroeg
of hij nog vliegen ging

misschien, misschien
zei hij
en keek langdurig
in de verte.

III

Het was een mooie voorjaarsdag
ze zaten samen op een tak
hoog in de oude boom

is er misschien iets wat je mist
vroeg de merel aan zijn vrouw

ja, zei zij, zoals mijn vader floot
zo fluit geen vader nog
althans
ik hoor het zelden meer.

IV

Heb je wel gehoord
vroeg de merel aan zijn vrouw
hoe mooi ik gisteravond floot?

ach lieverd, zei zijn vrouw
het geeft niet
maar als je fluit
hoor ik juist
dat je wat ouder wordt …

V

Wat is het
dat ons bijeenhoudt
vroeg de merel aan zijn vrouw

niets anders
dan deze tak, zei zijn vrouw

ze zagen
hoe de avond viel
en zwegen
tot de volgende dag.

VI

Waar wacht je eigenlijk op
vroeg de merel
aan haar man
die op een dunne tak
naast haar zat

tsja, zei de merel
tegen zijn vrouw
eerlijk gezegd
ik weet het niet

maar als je niets meer verwacht
zei zijn vrouw
waarop wacht je dan nog

tsja, zei de merel
tegen zijn vrouw
maar je weet het nooit
je weet het nooit
en hij keek onrustig
in de verte.

VII

Ik weet niet precies
wat geluk is
zei de merel
op een wisselvallige dag
tegen zijn vrouw
maar het zou best
eens kunnen
dat ik vandaag …

het begon zachtjes te regenen
en ze luisterden samen
hoog in de boom
hoe langzaam de regen viel
en hoe het later
weer droog werd.

VIII

Heb je dat ook gezien
daar in de verte
vroeg de merel
op een mooie dag
aan zijn vrouw

neen, ik heb niets gezien
zei zijn vrouw
helemaal niets
daar in de verte.

IX

Zul je wel blijven vliegen
als ik er niet meer ben
vroeg de merel
aan zijn vrouw
op een mooie zomeravond

het was laat en stil
er stond geen zuchtje wind.

X

Gaat het wel goed liefje
vroeg de merel
aan haar man
terwijl ze zag
hoe hij wat verward
de tak zocht
waarop hij zojuist
nog zat.

XI

Weet je wat het met jou is
zei de merel tegen zijn vrouw
ik kan fluiten wat ik wil
maar je luistert niet

o, zei zijn vrouw
dat is niet best

het begon te waaien
er viel een tak naar beneden
rakelings
langs het oude nest.

XII

Als je goed kijkt
zie je
dat alles wat vliegt
vleugels heeft
zei de merel
tegen zijn vrouw

ach lieverd, zei zijn vrouw
wat kijk je toch goed
de laatste tijd.

 

 

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

 

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

 

 

 

Ontdek meer van Standplaatsen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder